dinsdag 28 oktober 2008

De eerste keer

was het intrigerende thema waarmee de leden van het gemengd koor Xing onlangs op kamp gingen. Dat leidde tot een wel heel erg bonte avond met vrijmoedige uitingen van gewenste intimiteiten en oorverdovend klappen uit heel vreemde scholen. Ik was sprakeloos en eenmaal zelf aan de beurt liet ik weten dat die eerste keer voor mij nog moest komen.

 Vrijdag 24 oktober 2008 van onze jaartelling was het zover, mijn sportschooldebuut, van groene knaap tot volwassen sportschoolsportman. Menigeen vreesde voor mijn leven, ikzelf niet het minst, mijn lijf kan wel wat hebben, maar hoe deze indringende ervaringen zonder geestelijk letsel door te komen? Ik wist het werkelijk niet.

Traumatische herinneringen aan beklemmende gymzalen uit een redelijk verdrongen ver verleden spookten weer door mijn hoofd.


Daar liep ik met twee plastic tasjes van speciaalzaak Intersport Harbach uit Zutphen (ver genoeg van Arnhem om niet meteen herkend te worden), met een handdoekje, mijn 20 jaar niet gebruikte maatschoenen van Adidas (ooit in mijn sas met Adidas) en een van de vrouw geleende lichtblauwpaarse pyama-achtige slobberbroek voor uitsluitend intern gebruik.

 Ik vreesde het ergste maar hoopte stil op een ware wedergeboorte. Makker laat het hoofd niet hangen, sprak ik mezelf moed in bij de sportschooldeur. Je kunt het, er is nog zoveel wat je uit je lijf kunt halen (dat voelde rijk). Daarom kloek en moedig de eerste ferme tred gezet (zong ik niet ooit als Xingsolo: ‘Nadie con paso mas firme, habra pisado la tierra, nadie habra habido como el’, met door woensdagavonddirigent aangeleerde vlekkeloze Buenos Airese tongval…’nooit betrad iemand met fermere tred de aarde; of Garcia Lorquez daarbij aan het betreden van een sportschoolbodem heeft gedacht …?).

 Ik gaf mijn lichaam over aan toestellen die tot mijn wedergeboorte moesten leiden, ik verordonneerde mijn psyche om maar even iets lekker voor zichzelf te gaan doen. En ik wist: dit is cool. Dit is iets waarover ik naar huis kan schrijven. Me Tarzan.

Dave verwelkomde me en zette me op een opwarmfiets, waarvoor een levensgrote meedogenloos confronterende spiegel me een waar schrikbeeld toonde. Daar zat ik op een fiets om een beetje lullig sur place te plegen. De eerste keer met een spiegel voor mijn fiets. Normaal bezie ik het verkeer voor me, of een schitterend landschap of de ondergaande zon, maar wat ik nu zag leek vooral de ondergang van mezelf, de aftakeling in foute kleren. Of een fout lichaam? Viel daar met al die apparaten echt nog iets wezenlijks aan te doen, was er nog een wederopstanding in het verschiet?

 Wat doet een mens wanneer hij slechts de eigen wanhopige blik in het vizier heeft? Juist, wegkijken. Om me heen een wel zeer gemengd publiek. Een tanige overgrootmoeder (onze Xinggrannies zijn daar tienermeisjes bij) die op haar rug gewichten lag te heffen (zou zij ooit nog overeind komen?), buikige pensionados die pezend poogden het op hun retour zijn om te buigen naar de weg van de eeuwige jeugd. Een buitenlands ogende dame met hoofddoekje; leuk, zo’n toefje allochtoon erbij. Een moslima op een sportschoolfiets, hoe vind je zoiets?

 Eenmaal opgewarmd wachtte me een volgende fiets waarmee ik mijn eigen parcours kon samenstellen. Dat werd dus een etappe die de coureurs van de Tour de France zouden vrezen. Zo fietste ik mezelf met krachtige tred naar de top van de Mont Ventoux, die gevreesde Moessorgskiachtige Kale Berg. Waarop eens een zwaar gedrogeerde Britse coureur, Tony Simpson, het leven liet en de beresterke ‘kannibaal’ Eddy Merckx na aankomst een uur aan de zuurstoffles heeft gelegen. Maar ik? Monter en fluitend, nog vol energie behaalde ik mijn roem op de top. Maar ja, als ik het zwaar dreig te krijgen gaat mijn fantasie met de aan de haal en dan schiet het soms lekker op.

De toejuichingen vielen wat tegen, ik kan blijkbaar toch moeilijk zonder publiek. Wat me brengt bij het schrikbeeld van menig penningmeester in actieve dienst.

 Ik herinner me een droom die Youp van ’t Hek eens vertelde. Hij stond voor Carré, waar hij zijn eerste show hoopte te stelen. Met een tas vol kaartjes voor zijn eigen voorstelling. Alleen hij kon voor toeschouwers zorgen, hij was de enige kaartjesverkoper voor zijn one man show. In dat grote Carré. Hij schreeuwde het uit, als een marktventer, maar geen hond die bij hem een kaartje wilde kopen. Zijn familie had hem al een levenlang zien optreden en hoopte daar nu van verlost te zijn. In de nood leert men zijn vrienden kennen, die waren er dus niet. Menig cabaretliefhebber kruiste zijn pad, maar ze hadden al voorstellingen van anderen geboekt, het aanbod was zo groot.

Youp ontwaakte met een schok uit zijn droom en besefte dat hij een ander was: de penningmeester van Xing, die nog maar een fractie had verkocht van al die nog te slijten kaarten om de kas en de zaal te kunnen vullen.

Gezien de huidige repetitieresultaten en de omvang van de Kemazaal is er gelukkig nog een kleine maand respijt.

 Er is een mooie oude Joodse zegswijze: wie één mens redt, redt de hele mensheid. Zo geldt ook: Help de penningmeester van zijn kaartjes af en je helpt het hele koor.

Bestel dus nu meteen een flink aantal kaartjes, vetrouw erop dat vrienden, familie en bekenden een prachtig concert staat te wachten voor een belachelijk vriendenprijsje van €  7,50.

 Is dit een beetje wat je  bedoelde, Henk? Wervend genoeg?

 Van mijn vorderingen op de sportschool houd ik jullie op de (soms grote) hoogte, ik heb er mijn tweede keer al op zitten. Misschien maak ik er wel een weblog voor, hoewel dat weer uit de tijd lijkt te zijn en valt te ontmoedigen volgens een internetkenner in de Gelderlander van afgelopen zaterdag. Hij doet kond van weblogs als vrijplaatsen waar Jan en alleman zijn ‘hersenscheten’ op ons los laat.

 Morgen stort ik me weer met zangles op de engeltjes van Tsaikowski, waarna ik meteen met ferme pedaalslag (nadie con pedalopaso mas firme …) naar de nabije sportschool spurt om weer sur place mijn hoogstandjes af te werken.

 Vandaag niet vanaf de Keizersgracht, maar vanuit het ook al zo fraaie Spijkerkwartier.

 Een goede week gewenst door jullie huiscolumnist,

 Rob.

donderdag 23 oktober 2008

Grip op je dip

Goede donderdag Xingers,

Een tussendoortje op een lange donkere dag in Amsterdam (’t lijkt nacht in Amsterdam, oehoe, vrij naar Ramses).
Als de humor op straat ligt, dan vind je de columns in de trein. Leve de Metro, Spits en Pers (Dag is definitief ter ziele, dag Dag).

In de Metro allerlei alleraardigst medisch nieuws:

‘Grip op je dip’ heet een voorlichtingscampagne, die een online cursus aanbeveelt voor opwaartse bewegingen. Zoiets als Ontdek je plekje en Snap je hapje (voor wie wil weten wat hij altijd aan verkeerds heeft gegeten maar dat toch heeft overleefd en kunnen navertellen).

Bij die dipgripcampagne kijkt me een Chinees uitziende wulps lonkende dame met een handje onder haar kin (‘kop op’) zwoel in de ogen. Van een verrassend opbeurende droefheid, van andervrouws melancholie kan ik ontzettend blij worden. De dame kan ook Koreaans of Japans zijn, dat meen ik vaak te kunnen onderscheiden, maar bij een dipje lijken alle Oost-Aziatische vrouwen op elkaar; ze kijken dips.

 Gisteravond, op weg in zijn oude koets naar Loenen, liet mij mijn woensdagavonddirigent me verwachtingsvol een cd horen. Fanfareachtige muziek ondersteunde diep droefgeestige (maar prachtig poëtische) teksten van een Zaanse zanger. Het leek nergens op en naar, en daarom vindt hij het zo goed. Zeldzaam melancholiek, maar hij had er met zijn 12-jarige dochter verschrikkelijk om moeten lachen. Ook ik, maar dat komt misschien omdat ik overbevattelijk ben voor aanstekelijk lachenden.

Goed hè? Ja, woensdagavonddirigent. Verrassend. Ja, erg authentiek.

Het lijkt een beetje op processiemuziek, zei ik stuntelig in een poging er toch iets karakteristieks over te zeggen, want alleen meelachen en beamen hoe fantastisch je het vindt komt ook wat wezenloos over. Dat bleek middenin de roos. Ja, dat is het, beaamde woensdagavonddirigent. Het deed hem denken aan de dorpsachtige fanfares uit zijn rijke Roomse kindertijd in het Roomse gouvernementsgebied Zuid-Limburg.

Daarom maakt dit hem zo blij als een kind als hij het opzet na een donkere nacht met nare dromen. Dan begint hij de dag met muzikale opkikkertjes zoals iets Latijns Amerikaans of dit illustere Zaanse groepje.

 Ik heb zijn ceedeetje mogen lenen en ben om. Authentiek en toch om aan te horen.
De naam? ‘De Kift’. De CD heet ‘Hoofdkaas’. Aan te bevelen. Ik kom er nog op terug.

Ze hebben overigens subsidie gekregen, waar die is weggehaald bij ‘serieuze’ groepjes als het Schönbergensemble.

Ik heb geen rijk (of arm) Rooms verleden, ik ben sowieso door heidenen opgevoed, ik heb altijd alleen in mijn eigen processie gelopen, maar De Kift raakt ook bij mij een gevoelige snaar. Ook wie ontstemd is is geraakt.

 Naast het gripdipjesstukje staat in diezelfde Metro van vanmorgen een oproep voor medewerkers aan een onderzoek naar behandeling tegen hiv, waarop mijn oog beroepshalve valt. Goed idee, denk ik allereerst.

Maar dan. De oproep is gericht aan ‘gezonde mannen en vrouwen van 18 t/m 55 jaar’. Dat rokers niet mogen deelnemen beschouwen we nauwelijks meer als discriminatie, wat went dat snel. Verder: Voor vrouwen geldt dat ze minimaal twee jaar niet meer menstrueren, gesteriliseerd zijn ‘of uw baarmoeder is verwijderd’, meteen gevolgd door de worst voor de kar: ‘De vergoeding na deelname bedraagt € 1.850’. Dat is voor die laatste categorie dan toch nog een aardige bonus, denk ik dan.

Op de pagina ernaast glimlacht een blondine me toe bij de oproep voor ‘De Farmacie Carrièredagen ‘08’ in de RAI. Opening door Maarten van der Weijden (Olympisch kampioen 10 km open water). Farmacie en sport, ja ja.

 Of ik iets tegen de farmaceutische industrie heb? Nee hoor. Zonder EPO zou ik het niet redden in de sportschoolsport (morgen mijn twee dagen uitgestelde debuut, waarop ik uiteraard ook terug kom). En zonder zomerprik van de Erven Pasteur uit Lyon was ik nog hondsdoller geweest dan ik al ben.

 Zo, tijd voor een focaccia Pastrami uit de Runstraat om de hoek, en dan weer aan de serieuze taken.

 Graag wijs ik nog eens op mijn nieuwe e-mailadres: r.vlasblom5@upcmail.nl . Vlasblom5? Wat is er met die vorige vier gebeurd, vroeg mijn zwager Frans me snedig? Iets voor interpoll?

 Hartelijks vanaf de vorstelijke en altijd stemmige Keizersgracht.
Miep, een mooi avontuur in dat oude Vietnam.
Tot kroegmaandag. Weer opnamen? Of juist verstoppertje spelen?

 Va bene,

 Rob.

dinsdag 21 oktober 2008

Samengebald

Dag balkunstenaars,

Ik had verplichtingen bij een andere omroep en moest daardoor helaas de opnamen van Korenslag aan me voorbij laten gaan. Dat zal me een overlevingsslag zijn geweest die ik heb gemist.

'De bal is rond' lees je wel in filosofische traktaten van hooggeleerden uit de topsport. Reeds voor de grote professoren J. Cruyff en Frank de Boer, die zelfs beweerden dat dit ronde object 'in principe' rond is - je moet maar durven - opperde ene Plato iets over een perfecte ronding. Nee Wietze, daarmee doelde deze oude Griek niet op de vrouwelijke vormen, het was puur Platonisch bedoeld.
In die tijd leek het er zelfs even op dat de wereld rond is (speel dat spel) en dat het op aarde altijd bal is en het leven een voortdurende dans in driekwartsmaat, al of niet macabre.

We weten niet veel, maar wel beter. Laten we er maar rond voor uitkomen: alles wordt platter, tot een harde schijf, de bal tot gehakt, we leven in een tijdperk van 'After the ball'. 'New balls please' schreeuwen we wanhopig. De maan neemt weer af, het nachtelijk duister toe. En is het niet veelzeggend dat wij leven onder de regimes van Balkenende? En dat Xing weer baldadig wordt?

Tsja, hoe een balletje rollen kan. Eens, nog niet zo lang na mijn definitieve afkeuring voor de topsport en nog mooi afgetraind, maande Diri me tot sportschoolsporten. Ik moest Stelling (oud-Nederlands voor Statement) nemen, zo zei ze me. Ja, ik weet het, mijn karakterzwakte ligt wel heel duidelijk aan de oppervlakte en natuurlijk was het tijd voor een statement van mijn kant. Maar mijn vlees was zwak en daar heb ik vervolgens niets aan gedaan. Dat lijkt erg sterk, maar het is de harde waarheid.

Maar ziet wat geschiedt, lang voor de beloftevolle kerst en nieuwjaarsdag, altijd zwanger van goede voornemens: ik ga naar de sportschool, voor het eerst van mijn leven! 
Mijn drie Amsterdamse kamergenoten schrokken zich te pletter toen ze dit vernamen. Aanvankelijk meende ik dat het verbijstering was wegens die 'eerste keer', en dat op die leeftijd (zij frequenteren al jarenlang hoofdstedelijke en provinciale sportscholen). Maar later merkte iemand op dat zij waarschijnlijk voor mijn leven vreesden. Heel hartelijk wensten ze me sterkte toe.

Ik had me voorgenomen hier een mooie, samengebalde column van te maken, misschien zelfs wel een high koe. Maar het is meer een uitdijend heelal geworden. In een farmaceutisch blaadje las ik dat de ADHD-pil (houd je in of zoiets) erger is dan de kwaal. Dat zou ook gelden voor columnisten op drift. Er zijn klachten geuit aan het adres van Ritalin-fabrikant Eli Lilly (altijd gedacht dat dit een koffiebranderij was).

De sportschoolsporter in de dop heeft een goede nachtrust nodig, ik ga sluiten. 

Een goede week.

Rob.

dinsdag 14 oktober 2008

Witteman en Zwarte Rus

Ha die Xingers,

In Velp, Wladiwostok, Apeldoorn, Doornenburg of waar ook ter wereld.

Zojuist weer uitgedeukt na een lachsalvo van jewelste. Wat een juweel van een column las ik zojuist. Volkskrantcolumniste Silvia Witteman op haar best, over dierendag, in het Volkskrantmagazine van vorige week zaterdag, 4 oktober. Gewoon lezen. Voor liefhebbers heb ik een kopie. Ieder land waar ze met en achter haar partner Philip Remarque, Volkskrantcorrespondent, momenteel in de VS, daarvoor in Rusland en Berlijn heen reist maakt ze op de leukst lachbare wijze belachelijk.

Wat er vanavond aan liederlijks gaat klinken bij de Landmannetjes weet ik niet, maar mocht het over die Russische engeltjes gaan is mijn tip vermoedelijk te laat. Ik ga vanavond nog naar Marco Borsato en overnacht vervolgens bij El en Felix. Van dat ontbijt op het Compaenenbed verwacht ik veel.

Zojuist verliet ik per slot van een roman Wit-Rusland. Per MP3 ga ik nu op pad naar dat kolossale andere Rusland, dat hele grote donkere. Kortom: ik ga aan mijn Tsjaikowski.
Tsja, die taal, en dan die zompige klanken van die diep gezonken moerasbassen van Xing. Ik ben er maar eens tegenaan gegaan met mijn geduldige zangdocent. In die Cheruvimskaja zit alles wat een zanger maar heeft te leren, wie dat onder de knie heeft beheerst dus alles en voelt zich als een Russische kolos.

Wij hebben ons eerst aan die taal gezet. Anders dan dat Xingdiriding treden wij dat fenomeen geheel open en onbevangen en met grote grondige wetenschappelijke objectiviteit tegemoet. Vooroordelen? Wij zijn wel wijzer (geworden dan).

Vanuit zijn oorspronkelijke roeping als logopedist trok zangleraar ooit naar Zwart Rusland om de plaatselijke bevolking behoorlijk te leren spreken.
Zwarte Russen zijn slaven, maar ze zingen niet de blues. Ze kijken donker, hun bedoelingen zijn duister, en hun ziel is zwartgallig en melancholisch, ze hebben vissenbloed en hun oorlogen zijn koud.
Zangleraar heeft cherubijnengeduld, maar zwarte Russen leren te log. De enige smeerolie waarmee nog iets valt los te maken is natuurlijk die typisch Russische antivries: wodka. Daarmee zingen wij nu in. Het advies dit te doen met Stolichnaya (met 'Stolly' als het koosnaampje voor liefhebbers) tekent de ware zangdocent.
Overrijpe polderXingbassen beveelt hij overigens oude jenever van Rijnbende
aan.

Om - mede vanuit het oogpunt van degelijk vergelijkend onderzoek - eens een andere musicus zijn licht te laten schijnen op dit obscure volk heb ik mijn woensdag-avonddirigent hierover aan de ook niet meer zo witte tand gevoeld. Hij lichtte de doopceel van een Russische contrabassist, een aardige collegamusicus die al even stroef is in de omgang als in zijn spel. Woensdagavonddirigent, zo vroeg ik hem, hoe zou je, genuanceerd als je bent, het spel van je medecontrabassist kenschetsen? 'Lelijk', klonk het krachtig. De Rus speelt alle treden van ieder loopje heel precies, verschrikkelijk gedisciplineerd, niets wordt vergeten. Maar het is geen muziek.
Nee, dan woensdagavonddirigent, die slaat noodgedwongen vele loopjes over, neemt een loopje met de voorgeschreven noten maar rijgt wel fijne muzikale draden, zoals herfstspinnen dezer dagen hun ragfijne web en maakt er swingende Balkanklanken van.
Hij neemt het niet zo nauw, maar ja, hij is dan ook een Limburger. En als er één kloof is die verschrikkelijk gaapt is het die tussen Russen en Limburgers, dat volk van het zwarte goud.

Wie meent dat ik er nu op uit ben om Russen (of Limburgers) zwart te maken en hen af te schilderen als publieke zuiplappen kent mij niet. Wie mij ooit heeft zien dansen met Nathalie op het Rode Plein, zoals Gilbert Bécaud, weet wel beter.

De allerbeste column die ik ooit heb gelezen is van de hand van ene Silvia Witteman, die in het Volkskrantmagazine van afgelopen zaterdag, de 11de oktober, de volstrekte tegenstelling tussen wetten en gedrag van haar nieuwe landgenoten in de VS genadeloos aan de kaak stelde. Geen land waar wetten zo bizar kunnen zijn en de gedragsmatige afwijkingen daarvan nog absurder.

Maar misschien moet ik er toch eens naar toe, om als ervaringsdeskundige te kunnen spreken. Via route 66, als een easy rider, naar Graceland, blowen met Bob, Palinpop, flaneren over Sunset in LA, sprakeloos kijken naar de Rocky Mountains, gokken in Las Vegas, Central Park in the dark, Surfing USA. Here I come!

Genoeg gereisd voor vanavond. Morgen weer met de intercity naar de hoofdstad.
Mokum, here I come.

Alle goeds, de hele week.

Gegroet maar weer.

Rob.

dinsdag 7 oktober 2008

Kerstzang als lekke fietspomp 6 oktober2008

Xingers,

Niets menselijks is ons Xingers vreemd, en vreemd is daarom soms ons gedrag.

Dat begon al bij het inzingen, de bekende rek- en strekoefeningen van lijf, leden en stembanden. Wat valt er bijvoorbeeld collectief te lachen om een blote vrouwenbuik? Van een stuitend seksisme. Ik houd het maar op het therapeutisch ‘weglachen van de spanning over een strenge navel’. Zo bekeken hebben we allemaal een moeilijke jeugd gehad en zijn we, althans bij Xing, toch nog goed terecht gekomen. En de dame in kwestie had nog wel zo’n keurig dekkend cheerleadertruitje met 70 erop, als teken van diep respect voor de eerbiedwaardige leeftijd van Frans. Zij is pas halverwege.

Nou, en toen vroeg Diri of we onze kerststukjes bij ons hadden. Ik zag menigeen denken: ‘Oh Jezus, daar gaan we weer.’ En ja hoor, daar gingen we weer bij wassende maan naar de stal met dat ecorund en met die grijze ezel (waarom moet ik nu ineens aan Gerard Reve denken?), met haverstro, zonder ganzen.

Eerst maar in het Russisch, iets over Dieven in de Kerstnacht. Zelfs Diri keek er vies bij, want ook zij is maar een stereotiepje, barstensvol vooroordelen, ook jegens die prachtige taal waarbij zij blijkbaar aan een soort Siberische aardappeleters denkt, aan zompige moerassen met laag zoemende bassen, gedrenkt in wodka (of is het wadka?). Maar ja, daar hoorde zij Xingers zingen, en de geest werd weer over haar vaardig.

Stralend sprak zij van ouders die op een zaterdagavond komen kijken naar een bijna 36-jarige dochter die op een zolderoverloopje met lampjes zit te spelen. Hebben die niets beters te doen op zo’n avond, denk ik dan, maar ja, het houdt hen misschien jong. We hebben het nu over die indrukwekkende première van haar Schudden voor gebruik in Theater het Hof, waarvoor ze een mooie, doorleefde tekst schreef over een muur (gewoon deur in maken, Diri).

Mijn treinkrantjes schreeuwen op hun voorkanten over instortende financiële bouwwerken, na de Berlijnse muur in 1989 staat nu ook Wall street op instorten. Zo is na de val van het staatscommunisme ook die van het ongebreidelde kapitalisme nabij.

Gelukkig sta ik overal in het rood, bij die blauwe bank die ineens oranje kleurt, over De bank waarbij ik ineens Belgisch onderdaan blijk te zijn (de geschiedenis herhaalt zich niet altijd, hij draait de dingen soms ook om). Van mij mogen al die banken op de fles en de gedupeerde beleggers aan de fles. Geen beter vermaak dan leedvermaak.

Ja ja, llllach maar om die Russen met hun onuitsprkelijke taal van louter mdklnkrs. De Amerikanen weten niet hoe ze dit jaar hun Sinterklaas kalkoentje waardig moeten vieren, dat is pas sneu.

De avond besloten met een prettig gesprek bij een heldere sterrenhemel. Pensionados hoor je vaak zeggen dat ze het nog nooit zo druk hebben gehad, maar neo-pensionado Gert Jan heeft al maandenlang een continu vakantiegevoel. Dat mag ik graag horen. Dat stemt dankbaar. Ik ben weer terug bij het begin, de cirkel is rond, want van Gert Jan is de prachtige kenschets van dit rondeel over onze maandagavond de zesde oktober van het jaar 2008 van de Christelijke jaartelling: ons eerste kerstlied klonk als een lekke fietspomp. We hadden het lek tijdig boven, en toen we eenmaal op gang kwamen gingen we door als vliegwielen, niet af te remmen.

Inderdaad, echte sprinters zijn we niet.

Het is herfstvakantie. Over twee weken nemen we onze herfststukjes mee…

Gegroet vanaf de zo stemmige Keizersgracht,

Rob.